EU erkent het belang van koolstofmarkten
Hoewel de Europese private sector lange tijd de groei van vrijwillige koolstofmarkten (VCM’s) heeft gestimuleerd, bleven overheden tot voor kort voorzichtig. Dit verandert nu.
De Franse regering heeft het Handvest voor een op Parijs afgestemd en zeer integer gebruik van koolstofkredieten gelanceerd. Het handvest, genaamd Charter for Paris-Aligned and High-Integrity Use of Carbon Credits, GOUVERNEMENT hanteert twee benchmarks voor kredieten met een hoge integriteit:
- Het kredietmechanisme (PACM), krachtens artikel 6.4 van het Parijsakkoord.
- Vrijwillige koolstofmarktkredieten met het ‘Core Carbon Principles’ (CCP) label.
Met de lancering van het Handvest erkent Frankrijk de belangrijke rol die koolstofmarkten kunnen spelen bij het verminderen en verwijderen van wereldwijde broeikasgasemissies. Het land steunt het gebruik van koolstofmarkten voor op de natuur gebaseerde oplossingen die de biodiversiteit beschermen, ondanks de historische voorkeur van de EU voor duurzame verwijderingen.
Zeventien bedrijven hebben het Handvest vrijwillig ondertekend. Ze verbinden zich ertoe netto-nul doelstellingen vast te stellen, jaarlijkse bruto-emissies te rapporteren en koolstofkredieten met een hoge integriteit te gebruiken om restemissies te compenseren en tegelijkertijd vooruitgang te boeken richting netto-nul doelstellingen. Het Handvest geeft bedrijven daarmee een duidelijke richtlijn om leiderschap te tonen en om koolstofkredietstrategieën af te stemmen op het evoluerende Europese beleid.
Zo overweegt de Europese Commissie het beperkte gebruik van internationale koolstofkredieten om haar doelstelling voor 2040 van een emissiereductie van 90% te helpen behalen. Duitsland onderzoekt ook de mogelijkheid om haar doelstelling voor 2040 te laten behalen met kredieten van buiten de EU. tot een maximum van 3% van de benodigde 90%.
Het REDD+ Business Initiative verwelkomt deze ontwikkelingen, zolang koolstofkredieten worden gebruikt als een belangrijke aanvulling op serieuze klimaatactie door bedrijven, en niet als vervanging daarvan.
