Klimaatrechtvaardigheid als noodzaak
De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) stelt in een recent advies dat wereldwijde klimaatrechtvaardigheid een noodzakelijke voorwaarde is voor een succesvolle klimaattransitie. Nederlands zou volgens de raad haar emissies zodanig moeten reduceren dat al vóór 2050 het doel van net zero wordt bereikt. Daardoor blijft een groter deel van het resterende koolstofbudget beschikbaar voor ontwikkelingslanden, hetgeen een vereiste is voor een rechtvaardige transitie. Om dit versnelde einddoel te halen zou in 2040 tenminste 90 procent emissiereductie moeten zijn gerealiseerd. Dit is in lijn met een recent advies van de Europese wetenschappelijke adviesraad voor klimaatverandering, die er bovendien op wijstdat we deze aangescherpte doelen alleen kunnen halen als we ook bij dragen aan emissiereducties buiten de EU.
De AIV pleit ervoor dat ook bedrijven hun verantwoordelijkheid pakken en beveelt de inzetvan internationale koolstofmarkten aan. Volgens de raad kunnen die onder de juiste voorwaarden leiden tot meer duurzame investeringen in ontwikkelingslanden. Aanbevolen wordt dat Nederland zich inzet voor sterkere regulering van deze markten, om greenwashing te voorkomen.
De adviesraad laat onvermeld dat de Nederlandse overheid ook zélf via de koolstofmarkt kan bijdragen aan klimaatrechtvaardigheid. In het kader van Artikel 6 van het Parijsakkoord kan Nederland carbon credits (ITMOs) kopen van ontwikkelingslanden. Daarmee wordt een belangrijke (financiële) bijdrage geleverd aan de klimaatambities van ontwikkelingslanden en kan een deel van de eigen aangescherpte en moeilijk haalbare klimaatdoelen gerealiseerd. Zwitserland is één van de landen die dit al doet. Met name de aankoop van boscredits uitlanden met een actief REDD+ beleid levert een belangrijke bijdrage aan klimaatrechtvaardigheid, zoals de bedrijven in het RBI netwerk hebben laten zien.
Publicatie: Klimaatrechtvaardigheid als noodzaak